De juiste beleggingsaanpak kiezen: Beleggingsfondsen versus individuele lijnen

Bij het opbouwen van een portefeuille speelt de keuze tussen beleggingsfondsen en individuele lijnen een belangrijke rol. Beleggingsfondsen maken het eenvoudig om met één enkele investering een brede spreiding te realiseren over verschillende sectoren, regio’s en activaklassen. Dit biedt u als belegger een efficiënte manier om uw vermogen te verdelen en kansen wereldwijd te benutten. Bij individuele lijnen is doorgaans meer kapitaal nodig om dezelfde spreiding te realiseren, omdat u specifieke beleggingen afzonderlijk aankoopt. Deze aanpak is daardoor meer geschikt voor beleggers met een groter vermogen of een voorkeur voor maatwerk en controle.

Beleggers die een duidelijk inzicht willen hebben in de samenstelling en prestaties van hun portefeuille, waarderen vaak de gedetailleerdheid die individuele lijnen bieden. Met deze aanpak heeft u direct zicht op specifieke aandelen, obligaties of andere activa, en kunt u hun individuele prestaties volgen doorheen de tijd. Bij een op beleggingsfondsen gebaseerd beheer is een dergelijk detailniveau meestal niet aanwezig, maar kan de eenvoud voor u als belegger mogelijks net meer comfort bieden.

Bij ABN AMRO MeesPierson kan u kiezen voor een beleggingsportefeuille die volledig op maat wordt samengesteld. Dat kan zowel met individuele aandelen en obligaties als met beleggingsfondsen. Binnen discretionair vermogensbeheer en beleggingsadvies.

Een portefeuille met individuele lijnen biedt de grootste vrijheid want de financiële instrumenten kunnen geselecteerd worden rekening houdend met uw specifieke voorkeuren. Kiest u voor een portefeuille opgebouwd met beleggingsfondsen, dan heeft u eveneens ruime keuze, maar binnen duidelijke grenzen. Elk beleggingsfonds belegt namelijk volgens een vastgelegde beleggingsstrategie en dient rekening te houden met het beleggingskader die wordt opgesteld op het niveau van de prospectus.

Fiscaliteit is een belangrijke factor bij beleggingsbeslissingen, omdat het een directe impact heeft op het nettorendement van een portefeuille. Voor Belgische beleggers zijn de roerende voorheffing, de beurstaks en Reynderstaks belangrijke belastingen om rekening mee te houden. Deze heffingen hebben betrekking op uw beleggingen, maar ze verschillen in hun toepassing (de Reynderstaks is enkel van toepassing op natuurlijke personen, niet op vennootschappen). Om dit te verduidelijken, bieden we een vereenvoudigd, niet-exhaustief, overzicht van de belangrijkste kenmerken tussen deze belastingen, zodat u een beter inzicht krijgt in hun impact op uw portefeuille.

Voor beleggers in beleggingsfondsen

Bij beleggingsfondsen speelt de fiscale behandeling zich af op twee niveaus. De transacties binnen het beleggingsfonds hebben voor u als belegger geen fiscale gevolgen. De fiscaliteit komt pas in beeld bij de aankoop of verkoop van het beleggingsfonds binnen uw portefeuille of bij het ontvangen van inkomsten hieruit.

• De beurstaks (taks op beursverrichtingen) is een belasting die u betaalt bij het kopen of verkopen van beleggingsfondsen via de beurs. Het tarief kan oplopen tot 1,32%, afhankelijk van de transactie en het financieel instrument.
• De Reynderstaks is een specifieke meerwaardebelasting op beleggingsfondsen (gedeeltelijk) geïnvesteerd in obligaties. U betaalt 30% op het vastrentende deel van de gerealiseerde meerwaarde bij verkoop van het beleggingsfonds.
• De roerende voorheffing bedraagt 30% en wordt geheven op inkomsten uit roerend vermogen, zoals bij distributiefondsen. Kapitalisatiefondsen daarentegen herbeleggen alle inkomsten waardoor geen roerende voorheffing van toepassing is.

Voor beleggers in individuele lijnen

• De beurstaks (taks op beursverrichtingen) is een belasting die u betaalt bij het kopen of verkopen van aandelen en obligaties. Het tarief kan oplopen tot 1,32%, afhankelijk van de transactie en het financieel instrument.
• De Reynderstaks is niet van toepassing op individuele aandelen en obligaties.
• De roerende voorheffing is een belasting die u betaalt op inkomsten uit roerend vermogen, zoals dividenden van aandelen en interesten van obligaties. Het tarief bedraagt 30%.

Vanaf 2026 zal er in België een nieuwe belasting op meerwaarde van 10% geïntroduceerd worden. Deze belasting wordt geheven op gerealiseerde meerwaarde, wat betekent dat de belasting pas van toepassing is wanneer een belegger activa verkoopt. De belastbare basis wordt gevormd door het verschil tussen de verkoopprijs en de aankoopwaarde van het financieel instrument.

De nieuwe belasting geldt naast bestaande heffingen zoals de roerende voorheffing, Reynderstaks en de beurstaks, die van toepassing blijven.

De concrete impact verschilt naargelang u belegt in individuele lijnen (zoals aandelen of obligaties) of in beleggingsfondsen. Op basis van de momenteel beschikbare informatie geven we hieronder een overzicht van de belangrijkste verschilpunten.

Voor beleggers in beleggingsfondsen

• Transacties: Transacties die door de fondsbeheerder binnen het fonds worden uitgevoerd (zoals kopen en verkopen van onderliggende activa) zijn vrijgesteld van meerwaardebelasting. De meerwaardebelasting wordt enkel geheven bij een (gedeeltelijke) verkoop van het beleggingsfonds binnen de portefeuille. Dit maakt de administratieve opvolging eenvoudiger voor de belegger.
• Jaarlijkse belastingvrijstelling: Beleggers in beleggingsfondsen kunnen slechts op het moment van uitstap, al dan niet gedeeltelijk, gebruik maken van de belastingvrijstelling op de meerwaarde (basisbedrag van €10.000 (2026), jaarlijks te indexeren).
• Aftrekbaarheid minderwaarden: Minwaarden op beleggingsfondsen zijn enkel aftrekbaar op het moment van (gedeeltelijke) uitstap.  

Voor beleggers in individuele lijnen

• Transacties: Elke verkoop van individuele instrumenten (zoals aandelen of obligaties) kan aanleiding geven tot meerwaardebelasting indien er meerwaarde wordt gerealiseerd.
• Jaarlijkse belastingvrijstelling: Beleggers in individuele lijnen kunnen elk jaar gebruik maken van de belastingvrijstelling op de eventuele gerealiseerde meerwaarde (basisbedrag van €10.000 (2026), jaarlijks te indexeren).
• Aftrekbaarheid minderwaarden: Gerealiseerde minwaarden kunnen jaarlijks worden afgetrokken van belastbare winsten.

Elk van deze factoren vertegenwoordigt een afweging, en de keuze hangt af van uw persoonlijke voorkeuren, financiële doelstellingen en betrokkenheid. Bij ABN AMRO MeesPierson begrijpen wij dat deze beslissingen persoonlijk zijn. Onze expertise ligt in het evalueren van uw unieke situatie en u begeleiden naar beleggingsoplossingen die aansluiten bij uw doelen.

Of u nu de controle van individuele lijnen waardeert, het gemak van beleggingsfondsen prefereert, wij staan klaar om u te adviseren en u te voorzien van de juiste oplossingen.