De nieuwe Meerwaardebelasting - Waaraan kunnen we ons verwachten ?

Op het moment van het schrijven van deze bijdrage is de federale regering nog volop aan het onderhandelen over de modaliteiten van de nieuwe meerwaardebelasting. Hoewel bepaalde zaken dus nog kunnen wijzigen, lijken de grote krijtlijnen toch al bekend.
De meerwaardebelasting zal een zeer ruim toepassingsgebied hebben, met verschillende tarieven, vrijstellingen, enz. In wat volgt, zullen we ons echter beperken tot de impact van de nieuwe wetgeving op uw effectenportefeuille bij ABN AMRO MeesPierson.
1. Wie valt onder het toepassingsgebied
De belasting zal enkel verschuldigd zijn door (1) natuurlijke personen en (2) entiteiten onderworpen aan de rechtspersonenbelasting. Belgische vennootschappen vallen buiten het toepassingsgebied, net zoals niet-inwoners van België. In geval van gesplitste eigendom is de hoedanigheid van de blote eigenaar doorslaggevend. En wegens haar fiscaal transparant karakter moet bij maatschappen gekeken worden naar de hoedanigheid van de achterliggende maten.
2. Waarop is de belasting verschuldigd ?
Enkel de meerwaarden die gerealiseerd worden n.a.v. een overdracht ten bezwarende titel van financiële activa zullen belastbaar zijn. Alle mogelijke effecten op uw effectenrekening zullen daarvoor in het vizier komen: aandelen, obligaties, fondsen, ETFs, derivaten (opties, futures, swaps, …), enz.
Overdrachten n.a.v. een schenking of vererving blijven buiten het toepassingsgebied.
3. Hoe zal de meerwaarde worden berekend ?
De belastbare meerwaarde is gelijk aan het positieve verschil tussen de ontvangen verkoopprijs en de (fiscale) aanschaffingswaarde.
Vooral t.a.v. de aanschaffingswaarde zijn er belangrijke aandachtspunten:
- de geplande inwerkingtreding van de wet is 1 januari 2026. Alle (nog niet gerealiseerde) vermogensopbouw tot 31 december 2025 blijft buiten beschouwing. De fiscale aanschaffingswaarde zal bijgevolg de slotkoers van de effecten per 31 december 2025 zijn, tenzij kan aangetoond worden dat de werkelijke aankoopprijs hoger was.
- bij meerdere aankopen van hetzelfde effect zal de gemiddelde aankoopprijs gelden.
- aangezien schenkingen/verervingen geen belastbare overdracht uitmaken, gaan de geschonken/nagelaten effecten over op de begunstigde mét overname van de (fiscale) aanschaffingswaarde van de schenker/overledene. Er is géén step-up. De latente belastingdruk zal in dergelijke gevallen dus mee overgaan op de begiftigde/erfgenaam.
- bij immigratie vanaf 2026 of bij schenking/vererving vanuit het buitenland vanaf 2026 zal, in afwijking van het voorgaande, de (fiscale) aanschaffingswaarde gelijk zijn aan de waarde van de effecten op dát moment.
4. Tarief, vrijstellingen en verminderingen
De meerwaardebelasting zal 10% bedragen. Er is wel voorzien in een (jaarlijks te indexeren) vrijstelling van EUR 10.000,00 per persoon, waarvan het ongebruikte saldo één jaar overdraagbaar is. Bovendien zullen gerealiseerde minderwaarden aftrekbaar, maar niet overdraagbaar zijn.
Op dit moment – maar politiek zeker nog geen uitgemaakte zaak – is ook voorzien in een vrijstelling t.a.v. effecten die gedurende minstens 10 jaar ononderbroken in het bezit zijn geweest.
Vermoedelijk zullen de Belgische banken op élke afzonderlijke gerealiseerde meerwaarde 10% inhouden (à technisch: bevrijdende roerende voorheffing). Indien een belastingplichtige zijn/haar vrijstelling wil opeisen en/of gerealiseerde minderwaarden wil verrekend zien, zal dit via de aangifte (rechts)personenbelasting moeten lopen. Met daarmee gepaard gaand verlies aan anonimiteit tot gevolg.
5. Afschaffing Reynderstaks
Tot slot valt er in deze context ook nog iets positiefs te melden: de Reynderstaks, d.i. de reeds bestaande en uiterst complexe belasting op de meerwaarde op sommige fondsen, komt eveneens per 1 januari 2026 te vervallen. En dit zonder enige overgangsregeling.