Marktcommentaar: Europese autofabrikanten: ondergewaardeerd of onder druk?

Ondanks een sterke start van het jaar, met een winst van ongeveer 15% in de eerste drie maanden, zijn de aandelenrendementen van Europese autofabrikanten nu negatief1. Wat heeft deze ommekeer en de recente reeks winstwaarschuwingen in de Europese autosector veroorzaakt?
[1] Zoals gemeten door de STOXX Europe 600 Automobiles & Parts EUR index.
Op maandag gaven de Franse autofabrikant Stellantis en de Britse autofabrikant Aston Martin winstwaarschuwingen voor het boekjaar 2024. Deze aankondigingen waren de laatste in een reeks recente verlagingen van de prognoses van Europese autofabrikanten. De winstwaarschuwingen waren tot op zekere hoogte het gevolg van bedrijfsspecifieke factoren, zoals een agressieve afbouw van hoge voorraadniveaus door Stellantis, problemen met de toeleveringsketen bij Aston Martin en een dure terugroepactie vanwege remfalen bij BMW. Maar twee uitgesproken en allesoverheersende factoren die de hele sector beïnvloeden, kunnen ook niet genegeerd worden. Dit zijn een steeds competitievere wereldwijde automarkt en een zwakkere consumentenvraag naar elektrische voertuigen.
Overstap naar EV’s verhevigt concurrentie
Volkswagen (VW), BMW en Mercedes (Benz), vroeger geclassificeerd als de Duitse Grote Drie, domineerden ooit de auto-industrie. VW was een van de grootste qua volume, en BMW en Benz stonden hoog op het wensenlijstje in het segment premium auto's.
Aan het einde van de jaren negentig wisten de Duitse Grote Drie met succes het hoofd te bieden aan de toenemende concurrentie van Japanse en Koreaanse autofabrikanten, dankzij hogere productie-efficiëntie, kwaliteit en betrouwbaarheid. Auto's met een verbrandingsmotor waren toen nog de norm, maar nu niet meer. De overstap naar elektrische voertuigen (EV) verandert alles. Bij EV's gaat de concurrentie niet meer over motorvermogen. In plaats daarvan gaat het om software-engineering, oplaadinfrastructuren, toegang tot batterijcomponenten en de rijbeleving van de consument.
Bedrijven als Tesla (VS) en BYD (China) hebben nu de overhand, vooral wat betreft de verkoop op de massamarkt. Chinese bedrijven zijn goed voor ongeveer 20% van de wereldwijde autoproductie, en dit zal naar verwachting stijgen tot meer dan 30% in 2030.2
[2] Bron Alix Partners, Financieel Dagblad.
Kan politiek de Duitse Grote Drie helpen?
In China is de concurrentie tussen autofabrikanten intens. China was ooit een belangrijke markt voor de Duitse Grote Drie, maar de aantrekkingskracht van deze luxemerken is aan het afnemen. Met name Volkswagen is er niet in geslaagd om gelijke tred te houden met de snelle verschuiving naar EV's in China - de grootste automarkt. En in Europa is de verkoop van EV's vertraagd door een afnemend consumentenvertrouwen en door het afnemen of afschaffen van EV-gerelateerde stimuleringsmaatregelen in landen als Zweden en Duitsland.
Europese autofabrikanten worden steeds vaker geconfronteerd met goedkope auto's uit China. In juli concludeerde de Europese Commissie dat de accu's van elektrische voertuigen uit China profiteerden van oneerlijke Chinese subsidies. Dit wordt gezien als een bedreiging van economische schade voor de eigen Europese EV-fabrikanten. Als reactie hierop legde de commissie voorlopige rechten van 17 tot 38% op aan grote Chinese fabrikanten.
De CEO's van VW en BMW hebben al openlijk kritiek geuit op de verhoging van de Chinese exportheffingen. Dit is grotendeels uit angst, omdat China een cruciale leverancier is voor de productie van elektrische auto's. China heeft de controle in handen over een groot deel de onderdelenmarkt voor het maken van auto's en batterijen. Een tarievengevecht zou overigens slecht kunnen zijn voor alle betrokkenen. Exportheffingen zijn over het algemeen ook slechts een tijdelijke oplossing voor de problemen van de Duitse Grote Drie, omdat Chinese fabrikanten waarschijnlijk steeds meer auto's in Europa zullen gaan produceren. En buiten Europa, in Zuid-Amerikaanse en Aziatische groeimarkten bijvoorbeeld, heeft de Grote Drie al te maken met Chinese concurrentie. Het enige echte antwoord is dat de Grote Drie concurrerender moeten worden.
Klaar voor de concurrentie?
Vaste kosten maken een hoog percentage uit van de totale kostenbasis van Europese fabrikanten van originele productonderdelen en -componenten (OEM’s, original equipment manufacturers). Dit kan leiden tot een operationeel hefboomeffect en aantrekkelijke rendementen wanneer de leveringen van auto's toenemen. Helaas worden hoge vaste kosten een negatieve factor wanneer de volumes afnemen door een zwakkere vraag en verlies van marktaandeel. Om deze situatie het hoofd te bieden, moeten fabrikanten hun kosten verlagen door banen te schrappen en mogelijk fabrieken te sluiten. Bij VW is het sluiten van fabrieken niet eerder voorgekomen, maar duidelijk nodig, volgens CEO Oliver Blume. VW stevent nu af op een langdurig conflict met machtige vakbonden over deze kwestie.
De intrede van EV’s op de massamarkt blijft de langetermijnambitie voor zowel de wereldwijde auto-industrie als landelijke beleidsmakers. Er zullen waarschijnlijk meer samenwerkingsverbanden (strategische partnerschappen, joint ventures) nodig zijn tussen Europese autofabrikanten en Aziatische EV-producenten om het concurrentievermogen te vergroten en te voldoen aan de relevante CO2-doelstellingen voor 2025. De sterke punten die Europese autofabrikanten in een partnerschap met zich meebrengen, zijn uitgebreide distributienetwerken, sterke merknamen en technische knowhow.
Focus op risico's en het hele plaatje
Beleggen in de auto-industrie is niet zonder risico's en er staat veel op het spel. De Europese auto-industrie bevindt zich op een kritiek punt en worstelt met een reeks uitdagingen die zwaar wegen op de aandelenkoersen en de winstverwachtingen. De huidige koers-winstverhoudingen en aandelenkoersen liggen onder hun langetermijngemiddelden en de dividendrendementen zijn hoger dan normaal. Maar deze statistieken alleen geven geen volledig beeld.
Europese autofabrikanten zijn goedkoop – en daar zijn goede redenen voor. Beleggers moeten de hoge risico's afwegen tegen de potentiële beloningen op lange termijn. De huidige lage waarderingen weerspiegelen het pessimisme van de markt over de onmiddellijke vooruitzichten van de sector. Maar de markt gaat misschien ook voorbij aan het potentieel voor een groter concurrentievermogen op langere termijn, met of zonder politieke steun en strategische aanpassingen.
Europese autofabrikanten staan voor enorme uitdagingen en proberen in een complex landschap sterker en veerkrachtiger uit de bus te komen. Voor beleggers met een hoge risicotolerantie en een langetermijnhorizon kan de huidige onderwaardering een aantrekkelijk instapmoment zijn. Wij geven er echter de voorkeur aan om in dit stadium af te wachten ente wachten op meer duidelijkheid over de hevigheid van de concurrentie en politieke steun.