Beleggingsrisico's: Deglobalisering en AI: de keerzijde van de medaille

Hoewel we optimistisch zijn over 2026, zien we ook risico’s. Deglobalisering biedt voordelen maar heeft een keerzijde. En de hausse rond AI kan teleurstellingen opleveren.
De verwachtingen rond AI zijn hooggespannen. Bedrijven én beleggers koesteren de hoop dat AI de arbeidsproductiviteit zal verhogen en tot kostenbesparingen leidt. Hierdoor zou de winstgevendheid van bedrijven die AI toepassen een impuls krijgen. Maar er kleven ook risico’s aan die hooggespannen verwachtingen. Allereerst kunnen beleggers zich gaan afvragen of AI de verwachtingen wel waar weet te maken. Daarnaast is de vraag of de AI-modellen zelf winstgevend kunnen worden.
In ons basisscenario verwachten wij geen grote correctie in AI-aandelen. Maar áls beleggers gaan twijfelen over de AI-vooruitzichten, dan zullen zij de huidige (hoge) aandelenwaarderingen niet meer gerechtvaardigd vinden. De koersen van deze aandelen zullen dalen, waarmee de waarderingen omlaag gaan. Zo’n correctie heeft niet alleen een negatieve impact op de aandelenmarkten. Een sterke koersdaling van AI-gerelateerde aandelen heeft ook een weerslag op de economie. AI-investeringen zullen dan afnemen, terwijl die investeringen nu aan de economische groei bijdragen. En wanneer de koersen van AI-aandelen dalen, hebben beleggers in die aandelen minder te besteden – zodat de consumptie daalt. Dat laatste is vooral een risico in de VS, maar het zou ook effect kunnen hebben op de wereldeconomie.
Deglobalisering is duur
Zoals we beschrijven in het artikel Beleggingskansen, biedt de deglobaliseringstrend op korte en middellange termijn kansen, vanwege de grootschalige investeringen die overheden gaan doen in hun eigen economieën. Maar op langere termijn kleven er risico’s aan deglobalisering. Wanneer bedrijven in elk land of elke regio hun eigen producten ontwikkelen, produceren en distribueren, brengt dat hogere kosten met zich mee dan wanneer landen samenwerken. Dit kan betekenen dat de winstgevendheid van bedrijven op lange termijn lager komt te liggen – wat zijn weerslag heeft op de aandelenrendementen.
Overheden steken zich (te?) diep in de schulden
Ook de enorme uitgaven die overheden gaan doen hebben een keerzijde. Om grootschalige investeringen in hun eigen defensieapparaat, binnenlandse infrastructuur en AI te financieren, moeten landen zich (nog) dieper in de schulden steken. Beleggers voelen zich hier steeds ongemakkelijker bij. Dat heeft niet alleen te maken met deze investeringen. De schuldenlast van sommige landen is al langer een punt van zorg. In Europa blijft met name de begrotingssituatie in Frankrijk beleggers zorgen baren, aangezien de slagkracht van de Franse overheid beperkt is door het wankele politieke klimaat.
Beleggers kijken eveneens met argusogen naar de alsmaar oplopende schuldenberg in de VS, waar de staatsschuld een duizelingwekkend bedrag van ruim USD 38 duizend miljard bedraagt. Die schuldenberg brengt zulke hoge rentelasten met zich mee, dat de VS inmiddels meer uitgeeft aan rente dan aan defensie. Herfinanciering van staatsleningen – tegen hogere rentes – maakt het probleem alleen nog maar erger. Dit is een belangrijke reden waarom president Trump druk uitoefent op Jerome Powell, de voorzitter van de Federal Reserve (Fed), om de beleidsrente te verlagen.
“Overheden steken zich diep in de schulden. In Europa is Frankrijk het zorgenkindje. Maar vooral de Amerikaanse staatsschuld is duizelingwekkend hoog. De VS geeft meer uit aan rente dan aan defensie.”

Johanna Handte – Hoofd Global Asset Allocation Team
Blijft de Federal Reserve onafhankelijk?
Dit brengt ons op een risico dat op de kortere termijn speelt. De onafhankelijkheid van de Fed is in het geding. In zijn missie om de rente omlaag te krijgen doet Trump zijn best om Fed-bestuurders te benoemen die hem goedgunstig gezind zijn en net als hij de rente agressief willen verlagen.
In ons basisscenario verwachten we dat de Fed grotendeels onafhankelijk blijft. Maar de kans bestaat dat Trump erin slaagt om zijn invloed op het Fed-bestuur te vergroten. Het bestuur van de Federal Reserve bestaat uit zeven Fed-gouverneurs. Deze gouverneurs zijn onder meer verantwoordelijk voor de benoeming van de leden van het FOMC, het beleidsorgaan van de Federal Reserve.1 Tijdens zijn eerste ambtstermijn heeft Trump twee Fed-gouverneurs benoemd; in zijn huidige termijn is daar een derde bij gekomen. Een vierde – Trump onwelgevallige – gouverneur wordt van fraude beschuldigd en zal mogelijk worden vervangen. In dat scenario kan Trump zich verheugen in een meerderheid van vier van de zeven Fed-gouverneurs die min of meer loyaal zijn aan hem.
Zo’n meerderheid zou de samenstelling van het FOMC in 2026 aanzienlijk kunnen beïnvloeden. Wanneer er in het FOMC een aantal meer verruimingsgezinde leden wordt benoemd, dan kan het beleid van de Fed verschuiven richting agressievere renteverlagingen. In eerste instantie zou dat een impuls geven aan de Amerikaanse economie. Maar uiteindelijk zou de inflatie hierdoor juist sterk kunnen stijgen – en zou de Fed zich gedwongen zien om alsnog de rente te verhogen.
1. Het FOMC (Federal Open Market Committee) is verantwoordelijk voor het monetaire beleid in de VS, waaronder het vaststellen van de beleidsrente.
“Als Trump zijn zin krijgt, moeten we rekening houden met een veel lagere korte rente. Dat geeft eerst een impuls aan de groei, maar vervolgens raakt de economie oververhit.”

Roel Barnhoorn – Hoofd Obligatiestrategie
Als Trump zijn zin krijgt en de Fed rente agressief verlaagt, dan heeft dat ook gevolgen voor Europa. Een lagere rente zou waarschijnlijk de dollar verzwakken en de euro versterken. Dit zou schadelijk zijn voor de concurrentiepositie van Europa als exportregio. Want door een sterkere euro worden Europese producten duurder. De timing daarvan zou uiterst ongelukkig zijn: de Europese export staat al onder druk door de Amerikaanse importheffingen.
Zowel de stijgende overheidsschulden als Trumps pogingen het Fed-beleid te sturen zijn risico’s die in 2026 invloed kunnen hebben op het sentiment onder beleggers. Bezorgdheid over deze onderwerpen kan leiden tot beweeglijkheid op de staatsobligatiemarkten. In 2025 zijn we daarom steeds terughoudender geworden ten opzichte van staatsobligaties.
Verstoringen in toeleveringsketens
Deglobalisering kan ook een verstorend effect hebben op de toeleveringsketens. Zowel de VS als Europa zijn bang dat China cruciale technologieën – ontwikkeld in de westerse wereld – kopieert. We zagen recent een voorbeeld daarvan bij Nexperia, een Chinese chipfabrikant waarvan het hoofdkantoor in Nederland staat. Omdat er aanwijzingen waren dat Nexperia technologische kennis wilde doorspelen aan China, stelde de Nederlandse overheid het bedrijf (tijdelijk) onder toezicht. Peking reageerde daarop door de export van Nexperia-chips vanuit China op te schorten. Daarmee werd de toeleveringsketen van deze chips – onmisbaar voor onder meer de auto-industrie – verstoord.
Wanneer landen elkaar niet zozeer als handelspartners maar als geopolitieke rivalen gaan beschouwen, kunnen verstoringen in de toeleveringsketens zich vaker voordoen. Dit is een risico om rekening mee te houden in 2026. Trends bieden kansen – maar de deglobaliseringstrend schuurt ook.

