Update Obligaties: Wie bepaalt de marktrichting?

In het jaar dat nu ten einde loopt werd duidelijk dat obligatiemarkten niet volledig op zichzelf opereren. Politieke ontwikkelingen, vooral rond de Amerikaanse president Trump, wisten meer dan eens het marktsentiment te beïnvloeden.
Beleggers wilden graag weten of politieke druk uiteindelijk ook gevolgen zou hebben voor het rentebeleid van de Federal Reserve (Fed). Hiermee kwam de aandacht als vanzelf te liggen op de rol van centrale banken – en groeide de bezorgdheid over de onafhankelijkheid van de Fed.
In de VS kwam het toekomstige monetaire beleid sterker ter discussie te staan. Ondertussen herbenoemde de Federal Reserve stilletjes enkele regionale Fed-presidenten. Buiten financiële kringen was hier nauwelijks aandacht voor. Maar het was een belangrijk signaal als het gaat om de Federal Reserve als instituut. Het zijn namelijk niet zozeer individuen die monetaire beleidsbesluiten nemen. Dat wordt gedaan door een beleidscomité – en regionale Fed-presidenten spelen daarbij een belangrijke rol. Door voortijdig meerdere regionale presidenten te herbenoemen, heeft de Fed zich beter gewapend tegen plotselinge politieke inmenging.
De dynamiek binnen de Fed werd recent ook geïllustreerd door opmerkingen van Stephen Miran. Miran werd in september door Trump benoemd als tijdelijke Fed-gouverneur. Hij is een groot voorstander van het beleid van Trump. Wel benadrukte Miran onlangs dat de geloofwaardigheid van de Fed niet in diskrediet mag worden gebracht. Zijn boodschap was niet zozeer van politieke maar van praktische aard. Verkozen politici, zo redeneerde Miran, focussen vaak op economische resultaten op korte termijn. De Fed, daarentegen, zou juist de prijsstabiliteit en het vertrouwen in de dollar op lange termijn moeten waarborgen. Pogingen om de rente om politieke redenen te verlagen, kunnen een averechts effect hebben. Want hierdoor kunnen de inflatieverwachtingen hoger komen te liggen, met uiteindelijk wellicht een stijging van de lange rente tot gevolg.
Tegen deze achtergrond blijven de vooruitzichten voor het monetaire beleid relatief stabiel. We verwachten dat de Europese Centrale Bank (ECB) haar beleidsrente voorlopig ongewijzigd zal laten. De inflatie in de eurozone is afgenomen, maar niet voldoende om een snelle verdere monetaire verruiming te rechtvaardigen. Daarentegen denken we dat de Federal Reserve de rente volgend jaar geleidelijk zal verlagen. Dit verschil verklaart al een deel van het verschil tussen de Amerikaanse en Europese obligatierentes.
Maar centrale banken vormen slechts een deel van het totale plaatje. Een andere belangrijke vraag is wie daadwerkelijk staatsobligaties bezit. Een recente analyse door de ECB toont aan dat Europese banken weer belangrijke kopers van staatsobligaties zijn geworden, vooral in Europese kernlanden zoals Duitsland. Buitenlandse beleggers blijven ook actief, vooral in de landen waar de rentes iets hoger liggen. Er is dus een brede basis van beleggers die bereid zijn om staatsobligaties te kopen. Dit helpt om grote uitgiftevolumes op te vangen en ondersteunt de marktstabiliteit.
Daarnaast zijn er structurele veranderingen gaande. In Nederland treedt begin 2026 een nieuw pensioenstelsel in werking. Nederlandse pensioenfondsen zijn bezig hun beleggingsportefeuilles daar op aan te passen. Onder het nieuwe regime hoeven pensioenfondsen minder langlopende obligaties aan te houden. Sommige pensioenfondsen zijn daarom hun posities in langlopende leningen geleidelijk aan het verlagen. Dit betekent niet dat de algehele belangstelling voor obligaties afneemt. Maar het zorgt wel voor een andere vraagdynamiek.
Deze ontwikkelingen helpen verklaren waarom de rentecurve mogelijk nog steiler wordt. Met andere woorden: de lange rente kan iets stijgen ten opzichte van de korte rente. Centrale banken houden de korte rente grotendeels stabiel. En de vraag naar langlopende obligaties wordt minder dominant. Een steilere rentecurve zou dan meer een weerspiegeling zijn van de veranderende marktstructuur dan dat het een teken is van oplaaiende inflatievrees.