Javascript is required

Update Obligaties: Lange rente in de lift

De rente op langlopende obligaties loopt wereldwijd weer op. Beleggers maken zich namelijk steeds meer zorgen over de financiën van overheden – én over de inflatieontwikkeling in ontwikkelde economieën.

In het Verenigd Koninkrijk (VK) is de rente op 30-jarige staatsobligaties (Gilts) gestegen tot 5,69%. Dat is het hoogste niveau sinds 1998. Beleggers voelen zich steeds ongemakkelijker bij de begrotingsvooruitzichten in het VK. In november zal Rachel Reeves, de Britse minister van Financiën, de herfstbegroting presenteren. In de aanloop daarnaartoe ziet zij zich geconfronteerd met een gat in de begroting van maar liefst GBP 35 miljard. Er wordt dan ook druk gediscussieerd over mogelijke belastingverhogingen of bezuinigingen. Tanend beleggersvertrouwen zorgt ervoor dat de vraag naar langlopende obligaties afneemt. Hierdoor lopen de rentes op (hogere financieringskosten), waardoor de druk op de begroting alleen maar groeit. Het VK heeft de dubieuze eer de hoogste financieringskosten te hebben van alle G7-landen. Inmiddels worden er al vergelijkingen gemaakt met de marktturbulentie die ontstond tijdens het premierschap van Liz Truss. Analisten waarschuwen dat het VK structureel kwetsbaar kan worden als de begrotingsdiscipline niet tijdig wordt hersteld.

Ondertussen tikte de rente op 30-jarige Amerikaanse staatsobligaties (Treasuries) deze week de 5% aan. Dat is het hoogste niveau in 18 jaar tijd – een kortstondige stijging in de tweede helft van 2023 daargelaten (toen liep de rente tijdelijk op tot voorbij 5% om vervolgens weer tot 4% te dalen). Beleggers maken zich zorgen over de inflatie, waarbij gevreesd wordt dat die zal oplopen als het monetaire beleid beïnvloed wordt vanuit de politiek. Die bezorgdheid uit zich in een stijging van de lange rente. Maar omdat beleggers verwachten dat de Federal Reserve de rente gaat verlagen, zien we dat de korte rente juist daalt. Zo heeft de rente op Treasuries met een looptijd van 2 jaar inmiddels het laagste niveau sinds mei bereikt. Het renteverschil tussen kortlopende en langlopende obligaties wordt hiermee dus groter. Met andere woorden: de rentecurve wordt steiler. Onder beleggers neemt de populariteit van zogenoemde ‘steepener strategies’ dan ook toe – dit zijn beleggingsstrategieën waarmee wordt ingespeeld op het verschil tussen de korte en de lange rente.

In Europa zien we een vergelijkbare trend. De Europese Centrale Bank (ECB) laat de beleidsrente (die invloed heeft op de korte rente) ongemoeid. Maar de lange rente stijgt. De rente op 30-jarige Duitse staatsleningen (Bunds) is opgelopen tot 3,4%, het hoogste niveau in 14 jaar. Dit kan verklaard worden doordat de Duitse overheid meer geld leent om haar hogere uitgaven aan defensie en infrastructuur te financieren. Ook andere Europese landen hebben te maken met de hoogste financieringskosten in jaren. In Frankrijk draagt ook politieke onzekerheid bij aan de oplopende rente. Het verschil tussen de rente op Franse staatsobligaties en die op Duitse is eveneens groter geworden.

De stijgende lange rentes wereldwijd hebben één onderliggende factor gemeen: de staatsschuld van G7-landen bevindt zich op recordhoogte. Tegen deze achtergrond vinden we het verstandig om qua duratie (rentegevoeligheid) niet al teveel risico te nemen.

Lees ook

Ontvang maandelijks relevante artikels in uw mailbox.

Meld u aan voor de nieuwsbrief