Javascript is required

Update Obligaties: Wie krabbelt er nu terug?

De risicopremie (spread) die Europese beleggers eisen om geld te lenen aan bedrijven met een goede kredietwaardigheid is blijven dalen. Daarmee kwam de gemiddelde spread op investment-grade bedrijfsobligaties deze week uit onder de 80 basispunten – het laagste niveau sinds de kredietcrisis van 2008.

De rente die beleggers vragen als vergoeding om geld uit te lenen aan overheden is juist weer aan het stijgen. We zien dus dat de rente op investment-grade bedrijfsobligaties en die op staatsobligaties elk een andere kant op bewegen. Dat doet vermoeden dat beleggers bezorgd zijn over de stijgende begrotingstekorten en overheidsschulden, terwijl ze optimistisch blijven over de groeivooruitzichten van bedrijven.

Handelsspanningen blijven ondertussen het beleggerssentiment beïnvloeden. Begin april schokte president Trump de financiële markten toen hij agressieve importheffingen aankondigde. Maar de stemming onder beleggers werd al gauw beter, toen Trump zijn handelsoorlog onderbrak en een pauze van 90 dagen inlaste. Tijdens die pauze werden beleggers geleidelijk optimistischer. Zij verwachtten dat Trump zou terugkrabbelen van zijn handelsmaatregelen wanneer de financiële markten daar al te heftig op reageerden. Dat heersende sentiment kwam tot uitdrukking in de afkorting ‘TACO’ – Trump Always Chickens Out. Maar in juli hebben zowel de EU als Japan zich – zonder vergeldingsmaatregelen te nemen – neergelegd bij Amerikaanse importheffingen van 15% en vage investeringstoezeggingen. Het lijkt erop dat president Trump niet zozeer degene is die terugkrabbelt, maar de rest van de wereld. Inmiddels richt Trump zijn pijlen op India, met importheffingen van 25%, terwijl hij ook nog altijd een deal moet sluiten met China.

Aanvankelijk werden importheffingen van deze niveaus door veel beleggers en analisten beschouwd als het meest sombere scenario. Maar inmiddels lijkt de negatieve impact van heffingen op de groei en de inflatie niet meer doorslaggevend te zijn. Nu de importheffingen concreter worden, schijnen beleggers en analisten vooral blij te zijn dat de onzekerheid hierover afneemt. Daarbij komt dat de Amerikaanse economie verrassend veel veerkracht laat zien. De vraag rijst dan ook hoe groot de impact van de heffingen nu werkelijk is. Toegegeven, de onverwachte verzwakking van de Amerikaanse dollar kan in theorie het effect van de importheffingen versterken. Maar daar staan onder meer overheidsstimuleringen (Trumps belastingherziening) tegenover.

Zonder de beleidsmaatregelen van de regering-Trump zou de Amerikaanse economie mogelijk afkoersen op een situatie van te hoge groei en te lage inflatie. In die zin kan de huidige combinatie van beleidsplannen een heilzame uitwerking hebben op de economie. Dit ‘Goldilocks’-scenario is dan ook precies wat de markten momenteel lijken in te prijzen (in het geval van een Goldilocks-scenario groeit de economie zonder oververhit te raken, terwijl de inflatie beperkt blijft). Zolang de economie stabiel blijft zal het positieve sentiment onder beleggers wellicht aanhouden. Toch is voorzichtigheid geboden. Want de huidige, lage risicopremies op obligaties bieden weinig ruimte voor tegenvallers.

Zowel de Europese Centrale Bank als de Federal Reserve hebben bij recente beleidsvergaderingen aangegeven dat zij terughoudend zijn met renteverlagingen, tenzij de groei in het geding komt (al waren er 2 Fed-beleidsmakers die de rente liever wel verlaagd hadden – ongetwijfeld tot vreugde van Trump). Daarom is er reden om voorzichtig te zijn met duratierisico in obligatieportefeuilles (duratie verwijst naar de rentegevoeligheid van obligaties). Het kredietrisico van bedrijfsobligaties lijkt op korte termijn minder groot te zijn. Maar bedrijfsobligaties zijn wel erg duur. In het huidige economische klimaat doen beleggers er goed aan zich van deze risico’s bewust te zijn.

Lees ook